Deze winter werd besloten dat er in de ‘Hemelvaartsweek’ 2025, naast een groep voor Denemarken,ook weer een groep naar Frankrijk zou gaan. En wel naar Chaumont-sur-Loire, een kleine plaats tussen Blois en Amboise. De Camping Municipal van Chaumont was al opgemerkt in 2018 toen we richting Amboise voeren, waar we toen verbleven. De camping in Chaumont sluit echt meteen aan op de rivier, zonder hekken of andere beletsels.

Chaumont is een vrij klein maar levendig plaatsje, met een bakker en een klein boodschappenwinkeltje en één of meer restaurants. Een supermarkt vind je in Onzain, aan de overkant van de Loire en is per brug bereikbaar.

Chaumont ligt ongeveer 700 km van Zutphen. Op zaterdagmorgen 24 mei om 07.00 u. vertrokken we (Arno, Bertien, Daniël, Nanneke, Olwen, Joris, Hans H, Jan en ondergetekende) met drie auto’s. In de loop van de middag bereikten de auto’s de camping. Er kon hier geen plaats besproken worden. Maar het zag er goed uit. Er is heel veel ruimte; er zijn hier en daar boomgroepen; er zijn op veel plaatsen elektriciteitspalen. In het noordoosten van het terrein is een directe toegang tot een klein kiezelstrandje in de Loire. We besloten daar neer te strijken; in feite op het mooiste stuk van de camping.  Op het terrein staan veel campers, caravans. En uiteraard ook tenten. Al met al was er ruimte genoeg. We maakten een ruim opgezet kampement, rondom een vaste houten bank die er toevallig al stond. Het sanitair leek eerst wel héél beperkt en met koud water. Maar er bleek iets verder weg een veel comfortabeler sanitair gebouw te zijn, zelfs met warm water.
Deze eerste dag zorgde Nanneke voor een heerlijke maaltijd, waarbij iedereen aanschoof.

Gedurende de week werd er iedere dag gevaren, waarbij soms iemand besloot ‘thuis’ te blijven. We bevoeren vier verschillende stukken van de Loire, éénmaal de Beuvron en éénmaal de Cher.

Op de Loire vanaf Fleury stroomaf naar de camping over ca 22 km, waarbij Blois gepasseerd moest worden met een stevige stroomversnelling. Ook een keer stroomaf van Amboise naar Tours, over 28 km. Daartoe moesten we eerst naar Amboise rijden, waar op de westpunt van het eiland ingestapt werd. Op de woensdag deden we het rustig aan. Zes personen voeren stroomaf naar Amboise (ca 15 km), terwijl de drie anderen met auto + botenwagen ook die kant op gingen om door de stad te lopen. Varend moest de (zuidelijke) brug van Amboise (na verkenning) gepasseerd worden. Dat ging goed maar was toch wel spectaculair met veel stroom en hoge golven. Begin van de middag kwam iedereen weer samen en de hele groep bezocht Le Clos Lucé. Het (tijdelijke) huis van Leonardo Da Vinci en wetenschapsmuseum. Dat bleek zéér de moeite waard. 
‘s Avonds hadden we een restaurantje in Chaumont besproken, vlak bij de camping.

In z’n algemeenheid viel het op de Loire wat tegen dat er maar weinig zijstroompjes en doorsteekjes waren, die het varen wat verrassender maken. Dat heeft te maken met de waterhoogte, die zeer wisselend kan zijn. Desondanks was het leuk varen.

De tocht op de Beuvron, vormde wel een heel groot contrast met de Loire. De Beuvron heeft het formaat van de Berkel; stroomt vrij traag, heeft bruin water en is voorzien van ettelijke stuwen, waarbij meestal een watermolen blijkt te liggen.

Het passeren van die obstructies is iedere keer weer een avontuur, temeer daar de waterstand laag is (en dus de oevers hoog). We stuitten op lastige overdraagplaatsen, waar de instap soms levensgevaarlijk was, door zeer steile taluds met heel grote rotsblokken. Daar werden andere oplossingen gevonden. Ook gezien de diverse omgevallen bomen had de rivier “een hoog Swalm-gehalte”. Bij een van de overhangende struiken, bij een stroomversnelling ging ik zelf om. Vanwege de verwachte hindernissen en vertragingen hadden we de tocht ingekort tot ca. 21 km. De Beuvron stroomt uit in de Loire en daardoor konden we doorvaren tot de camping.

En tenslotte was er het aangename riviertje de Cher. Die stroomt goed door en is “een brede Berkel”. De waterdiepte was gemiddeld één meter en door het heldere water was meestal de bodem te zien. Er waren geen stuwen, maar wel vele eenvoudige stroomversnellinkjes. De tocht was 29 km. We stopten op idyllisch plekjes. Het leek wel een Surinaamse rivier; puur natuur. Hier en daar gingen we zwemmen. Het was warm weer met weinig wind. Een ontspannen tocht.  We voeren van St. Juliën naar Châtillon, over ca 29 km. Het was wel vrij ver van de camping.

Het weer was in deze week meestal prima. De eerste twee dagen veel wind en nu en dan lichte regen. Maar de rest van de week was bijna zonovergoten en warm. De camping was aanvankelijk vrij rustig (het is een groot terrein). Vanaf Hemelvaartsdag werd het aanzienlijk drukker.

Op zaterdag 31 mei werd (om 10 u) de terugreis aanvaard. Door omstandigheden lag het tempo van de auto’s ver uit elkaar. Hans H arriveerde om 19h bij Anax, gevolgd door Daniël om 19.10 uur en Joris om 20.15 uur. Even later arriveerden ook de Denemarken-gangers. Iedereen weer veilig thuis !

Hans Ferwerda, 23 juni 2025